Tijdpad
Voorjaarsvakantie.
Veel Nederlanders binden de skies onder in de witte drukte, man en ik maken de
wandelschoenen dicht op een stille Hollandse berg. Het voelt werkelijk als
voorjaar, de aangename temperatuur bij het uitlopend groen. Ik keur de
gekleurde wandelroutes op het informatiebord en kies voor geel-blauw, man heeft
zijn computeruitdraai op zak. Al bij de tweede viersprong blijkt de
bewegwijzering geel-blauw volgens de paaltjes het niet eens te zijn met het
A-4tje van de computeruitdraai. Man wijst op de stand van de zon met het
kaartje in de hand, ik heb daarvan minder kaas gegeten maar weet met gemak de
paaltjes aan mijn kant. De weegschaal van de argumenten slaat niet door en we
kiezen gewoon een leuk pad. We slingeren door het gebied dat uit meer dan één
‘berg’ blijkt te bestaan. Zoveel hoogteverschillen gaan ons te lijf, dat je
toch begint te verlangen naar glij-ijzers onder de schoenen. Tijdlijnpaaltjes
brengen afwisseling. Het is het Wereldtijdpad, een geschiedenisroute die we zo
nu en dan doorkruisen. Paaltje 1936 komt langs met de tekst: 'Olympische
Zomerspelen in Berlijn; de zwarte atleet Jesse Owens wint tot grote woede van
Hitler vier gouden medailles.' Later, bij een andere doorsteek, valt mijn blik
op paaltje 1924. Het is het geboortejaar van mijn ouders. Ik lees: 'De eerste
vlucht naar Nederlands-Indië met luchtpost aan boord; de tocht duurt 23 uur.' Er
doemt weer een berg op. We hebben net als langlaufers stokken, die ons helpen bij
het klimmen. Klimmen tegen de tijd. Ik moet denken aan het verhaal achter onze
stokken. Dat had ook met tijd te maken, met leeftijd. Het begon met dat boek
dat ik wel en niet kreeg.
Ik
meende een boek over de schilderes Charley Toorop in bezit te hebben. Met het
zelfportret van die gebeeldhouwde kop met kubistische neus op de cover en
binnenin meer afbeeldingen van die heldere, krachtige schilderijen. Ik wilde het weer eens inzien en zocht ernaar
op plekjes in huis, waar ik dacht het voor het laatst gezien te hebben – niets.
Ik liet het even gaan, want ik had meer aan mijn hoofd. De datum van mijn
verjaardag naderde. Nee, geen wensen had ik. Behalve die ballontocht dan. Elk
jaar staat die bovenaan mijn lijstje. Net als vroeger elk jaar dat hondje. Maar
ach, beide heb ik uit mijn hoofd gezet. Het is er nooit van gekomen. Nee, ik
had alles al. Dat bleek ook op die verjaardag maar weer.
Op
de ochtend van mijn geboortedag werd mij een kopje thee met najaarsbloemetjes
aan het oor door man geserveerd. Met een cadeau, dat in donkerrood jasje naast
de thee lag te wachten. Ik word altijd wat gespannen van geschenken. Zal ik ze
mooi vinden, zal ik mijn waardering aan de gever weten over te brengen?
Nieuwsgierig trok ik aan de verpakking. En daar lag hij open voor me op zijn
bedje van papier: die gebeeldhouwde kop met kubistische neus. ‘Ah, wat hou ik
daarvan! Goed gekozen. Maar ik heb het al.’ Tegenover mijn man kan ik wel
eerlijk zijn. ‘Laatst nog in huis gezocht maar niet kunnen vinden.’ Dat wist
hij niet. Man herinnerde zich niets van een dergelijk bezit, terwijl zijn
geheugen meestal beter werkt dan het mijne. Ik werd wel onzeker. Had ik het dan
misschien te leen? ‘Ik dacht dat we het ooit in handen hadden gehad, maar niet
gekocht omdat het zo duur was’, liet man los. Duur, ook dat nog. Maar ik moest
toch lachen. Want hoe tekenend was dit voorval voor deze dag: ik was 62
geworden. Dezelfde leeftijd als mijn gulle gever. Er was geen ontkomen aan deze
markering in de tijd. Paaltje 2013 met de tekst: ‘Gaten in het geheugen’ riep
om aandacht.
Maar
we lieten het er niet bij zitten. We gingen nog eens goed zoeken. Zonder
resultaat. Mijn twijfel groeide. Vergiste ik mij, had ik een exemplaar van de
bieb in huis gehad? Uiteindelijk installeerde man zich voor een kast in de
huiskamer, afdeling kunst. Ik liet hem maar. Daar had ik het boek nooit
weggezet. Ik dronk mijn thee, de bloemetjes kietelden in mijn neus. Plotseling
een kreet met onder een enigszins geknakte blik van manlief wel zijn
triomfantelijk armgebaar met het gezochte boek in de uitgestoken hand. De
verbleekte kassabon zat tussen de pagina’s: januari 2009.
Stilletjes
zette man ondertussen passende stappen voor een alternatief verjaardagscadeau.
In de middag ontving ik leeftijdsadequate Nordic Walking stokken. Wel een
dubbel paar. Bewegen houdt ook man’s geheugen fris.
We
zijn de draad van het wandelnetwerk in de Hollandse bergen volkomen kwijt geraakt, maar genieten van
de heerlijke lentedag. ‘Hé waren we hier een uur geleden ook niet?’ De meningen
verschillen. We passeren zo nu en dan wat geels op een paaltje, het zoeken naar
de blauwe aanvulling hebben we laten varen. De Nordic Walking stokken houden
ons flink op tempo, hoewel het verlangen naar een gladwitte ondergrond gestaag
toeneemt. Een jaar geleden gleden we hier echt door de sneeuw op geleende
ski’s. We nemen opnieuw een bergje, nee fout dit kan echt niet de goede
richting zijn want daar loopt de hoofdweg – bergje terug. Dan kunnen we alleen
nog de ATB-route op. Buiten adem beklimmen we het steile pad waarop
terugkijkend tweemaal
waarschuwingsborden zijn neergezet voor scherpe bochten in de afdaling (!). We
doorkruisen wederom het geschiedenistijdpad. Paaltje 1898….. Ik neem de
informatie niet meer tot mij. Ik ga niet meer tegen de tijd in. Ik kies een
ander pad. De zon staat al aardig laag in het westen. Een groene pijl duikt op.
Hij wijst ons vriendelijk de juiste weg. Met de tijd mee naar het startpunt.
Marja
Bosma, Vooral geen principes! Charley Toorop.
Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam 2008.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten