Vakantie thuis
‘Ik wil dat de
vakantie voor mij ligt als …………’ begin ik vertwijfeld uit te roepen richting
man. Ik zoek een passende metafoor om mijn wens zo goed mogelijk onder woorden
te brengen. Mijn vertwijfeling geeft aan, dat ik al heb kunnen vaststellen hoe
de vakantie er niet moet uitzien: hij moet niet zijn als een van verplichtingen
overlopende dreigbrief die mij wordt voorgehouden – eigen wending aan een
dichtregel van Ellen Warmond die mij te binnen schiet. Eerder als een
onbeschreven blad.
Ik sta aan het begin van de meivakantie. De afspraak was: we
blijven thuis en gaan genieten van uitslapen, wat klungelen, beetje computeren,
beetje wandelen, wat tuinieren. We hoeven niet weg. We krijgen geen last van
pak- en reisstress, we blijven ontspannen in home sweet home. Maar in de loop van de eerste vakantiedag is aan
het onschuldig klungelen al een aanzienlijk bewerkelijker planning toegevoegd
en voor de avond valt, liggen er tot in detail beschreven to do lijstjes op tafel. Ik weet het, ik doe het allemaal mijzelf
aan: als het toch regent, kunnen we eindelijk de zolder gaan opruimen en
misschien een stukje van de garage; als het droog is, moeten we het terras eens
grondig reinigen; en bij droog of bij nat weer ook die en die bezoeken
daar komt anders nooit iets van, bovendien hebben we nog een verjaardag en een
huwelijksfeest, dan de ouders –ik moet voor die CIZ-verklaring bellen en de ZZP
waarden ergens te weten komen, een gesprek in het verzorgingshuis staat
op het programma en ik moet de huisarts inlichten-; ja en aan onszelf moeten
wij ook denken, wij moeten wandelen, fietsen, zwemmen want dat is goed voor ons
…... Die hele vakantie vliegt mij ineens
aan. Thuis-blijf-stress bestaat ook, dringt het tot mij door. Wat als we wel op
reis waren gegaan? Naast de pre-vakantie-stress hadden we in elk geval die
lijstjes niet kunnen afwerken.
Het staat mij nu
helder voor de geest. Ik wil dat de vakantie zo voor mij ligt als de dag die
daar, wanneer ik de tuindeuren heb opengeslagen, in de ochtenddauw ligt
uitgestrekt, onbetreden, fris, geen zicht dan alleen een dromerig vaaggekleurd
waas, verder leeg. Er zijn geen PLANNEN. Ik besef dat ik de afgelopen maanden
werd overbelast door mijn werk en daarom nu niets kan velen. Zelfs lieve
voorstellen van man worden momenteel niet gehonoreerd. Ik leg uit en hij zegt:
‘De tijd is helemaal van jou.’ Weldadig stroomt deze heerlijke opmerking naar
alle deeltjes van mijn lijf. Ik veer op. Weg met de lijstjes. Ik ga opnieuw
mijn vakantie aansnijden en nu als een romige taart. Ik gooi de tuindeuren open
en laat de dag kalm naar mij toekomen. Niets heb ik te doen dan genieten van de
geuren van de bloesems, de geluidjes van de vogels, het bescheiden zonnetje.
RUST, rust, rust, rust. De taart smaakt mij werkelijk voortreffelijk. Ik neem
nog een stuk.
Mmmmmm, wat zal
ik eens gaan doen? Waar heb ik nou mijn lijstjes gelaten?
Changement de décor
Zodra de dag als een dreigbrief
in mijn kamer wordt geschoven
worden de rode zegels van de droom
door snelle messen zonlicht losgebroken
huizen slaan traag hun bittere ogen op
in mijn kamer wordt geschoven
worden de rode zegels van de droom
door snelle messen zonlicht losgebroken
huizen slaan traag hun bittere ogen op
en sterren vallen doodsbleek uit hun banen
terwijl de zwijgende schildwachten
nachtdroom en dagdroom haastig
elkaar hun plaatsen afstaan
legt het vuurpeloton van de twaalf
nieuwe uren bedaard op mij aan
terwijl de zwijgende schildwachten
nachtdroom en dagdroom haastig
elkaar hun plaatsen afstaan
legt het vuurpeloton van de twaalf
nieuwe uren bedaard op mij aan
Uit: ‘Proeftuin’, Ellen Warmond (1953)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten