zaterdag 19 oktober 2013

Internationalismen - U.S.A. 2013



Internationalismen - U.S.A. 2013


Een zomerochtend. Manlief showt zijn nieuwe korte broek, of moet ik zeggen shorts. Die heeft hij alvast ingeslagen voor onze vakantie in de States. ‘Ik weet niet wat ik met deze dingen moet’, zegt hij wijzend op de vele labels, die rond zijn broek hangen. ‘Die moet je laten zitten, ze staan mooi, die horen erbij’ adviseer ik. Maar nee, hij heeft ze er al afgeknipt. We bekijken de reinigingsvoorschriften: No lavar/ do not wash. Hè??? No usar leija/ do not bleach, als ik het goed ontcijfer. Ja, begrijpelijk. En niet in de droger, niet strijken. O.k. Laten stomen dan zeker. Maar nee hoor: No limpeza en seco/ do not dry clean! Huh? Ander kaartje: Hecho en China, gemaakt in China. Wassen ze daar niet of zo? De broek is wel zwart van kleur, maar toch. Met nog half open mond en grote ogen van verbazing tovert man een volgend kaartje tevoorschijn. Made in Zanzibar. Even grote ogen nu ook bij mij. ‘Dat heeft ook aan de broek gehangen’, licht hij toe. Het kaartje zegt: 100% linnen. Linnen kun je toch gewoon wassen? Het daagt langzaam - ja, het was een latertje gisteravond: De eerste kaartjes zijn verbonden geweest met de ceintuur, het laatste met de broek. Man heeft een China-Zanzibar combinatie om zijn lijf hangen. En daarvan is de broek te wassen. Wauw!



Iedereen is bekend met de uiteenlopende gevolgen voor het dagelijks leven in onze global world. Behalve kleding en schoeisel uit alle werelddelen, kopen we in Nederland sperzieboontjes uit Egypte, rozen uit Kenia, de sereh voor de Indonesische keuken groeit in het Westland, de beste aardappels worden uit de Zeeuwse klei getrokken maar zijn wel voor de export bedoeld – je kunt ze kopen in Frankrijk. Ga zo maar door. Desondanks blijf ik zelf, misschien tegen beter weten in, altijd op zoek naar eigenheden van een cultuur, soms verstopt, vaak ook in een hernieuwde spannende synthese, soms verworden tot bizarre rariteit. We gaan op reis en vliegen via overstapvliegveld Houston. Vijf uren moeten we zoek brengen in de overdekte uitgestrektheid van hallen en gangen met eetcorners, hangstoelen en winkels, wachtend op de aansluiting naar West U.S.A. Na een onsmakelijke pizzapunt met een ice coffee die dicht in de buurt komt van slootwater trekt ons te midden van alle airport lokkertjes een spannend uitziend winkeltje met de naam ‘The Spirit of the Red Horse’. ‘Indianen’, denk ik, ‘erop af!’

De krappe ruimte is compleet volgestouwd. Wat tref ik aan? Een sjamanen trom die mij authentiek voorkomt –maar wat is authentiek? Dream catchers en hoofdtooien met veel veren, ‘authentiek want gemaakt door Indianenhanden’ zoals het kaartje vermeldt. Nog veel meer ‘American native art’ hangt en ligt er om mij heen: ik laat fleece dekens door mijn handen glijden. Ze zijn met Navajo motieven bedrukt en made in China. Ik voel aan een fijne zijden sjaal met de afbeelding van the Red Horse, die verwijst naar een Indiaanse legende. Hij is prachtig. Made in China. Er hangt een groot geprinte tekst ‘Let your spirit guide you’. Goed, I go with my flow en ik vind rubber laarzen met kleurige motiefjes erop, een spitse punt vooraan en flinke hak eronder: de vrolijke varianten van de cowboy laars. Made in China. Ja, deze hybriden zou ik wel aan mijn voeten willen hebben. Op een tafel middenin de winkel staat een geweldig indrukwekkende Amerikaanse zeearend, hèt nationale symbool, met de vleugels bijna geheel gespreid. Opgezet. Dus nu eens vanzelfsprekend authentiek. Neem ik aan. Tot ik het kaartje lees dat tegen de vogel leunt: met de hand nagemaakt van een echte Amerikaanse zeearend, met meer dan 2000 hand-cut, hand-dyed feathers imported from all over the world, each bird is numbered, signed and produced in a limited edition.

Verbijsterd vervolg ik mijn tocht door deze vreemde wereld. Langs de wand zijn grof uit hout gesneden popjes geëtaleerd. Ze gaan door voor Navajo kunstwerken en staan als vlakke, nietszeggende beeldjes op de plank. Volgens het informatie etiketje zijn dit kachina’s. Ik weet dat deze simpele figuurtjes geen hechtpunt hebben in de Navajo cultuur, want ze worden er niet gebruikt; ze zijn zuiver voor de toeristenindustrie vervaardigd en mogen naar mijn mening de naam kachina niet dragen. De werkelijke kachina’s, verfijnde en zeer gedetailleerde houten figuurtjes, vind je hier niet. Daarvoor moet je naar Hopi Land. De kachina’s worden er gemaakt door de Hopi Indianen en zijn als beeld stevig verankerd in de religie. Een mens raakt flink in de war in dit zowel nationaal als internationaal gedesoriënteerde doolhof dat deze winkel is. Ik wil de tijd weten, misschien moet ik al naar mijn Gate voor het vervolg van mijn vliegreis, en spreek de verkoper aan. ‘Kwart over 3 en waar komt u vandaan?’ is zijn antwoord. Ik moet hem uitleggen waar Nederland ligt, hij heeft geen idee. Welke taal spreken jullie? Mijn ‘Dutch’ verheldert helemaal niets. Hij kan ons geen plekje geven in zijn wereld; nou, dat begrijp ik als je in zo’n warwinkel van cultureel geografisch onbegrip woont. En bovendien, verduidelijkt hij nog, hijzelf komt uit Guatemala. Wij weten waar dat ligt. Ik wens deze Guatemafkees succes met de verkoop van zijn native art uit China en all over the world, en met zijn Navajo-imitatie-Hopi snijwerkjes. Lachend om deze treurnis been ik de winkel uit en ga mijn vliegtuig halen.



We landen in westelijk Amerika, huren een auto en zijn klaar voor onze rondreis. ’s Ochtends bij het ontbijt peinst de eigenaar van ons motel over een passend antwoord op de vraag van een Aziatische gast: een restaurant te vinden waar real American food wordt geserveerd. ‘Bestaat dat?’ vraagt hij met een blik op ons. ‘Wij hebben alles in Amerika: Thai food, Mexican food, Korean food en ja ook Chinese food, Italian food, Sushi en ga zo maar door. What is real American food ?’ ‘Steaks and grill’, zeg ik, ‘daarnaar zal je gast op zoek zijn.’ Hij lacht: ‘That’s Smoking gun BBQ & Saloon,’ en hij geeft zijn gast het adres. Gevolgd door een pikant detail over de serveerster: ‘She serves steaks with a smile on her lips and a gun on her hips.’



In een Western winkel tref je de attributen aan die wij associëren met steaks and grill. Je vindt er leren (!) cowboy laarzen, kleurig geblokte overhemden, wapens, holsters, leren jacks, cowboy hoeden in allerlei afmetingen en stoere mannen met stoere vrouwen. Ook kinderen worden hier van een nieuw image voorzien. Verwonderd sloegen wij op een dag een gezin gade dat als geheel in zo’n ander jasje was gestoken. Na een rit door de bergen bekeken wij op een heuveltop een monument ter nagedachtenis van een dappere Indiaan, toen zij uit de auto stapten: vader, moeder, zoon en dochter. Zij droegen gloednieuwe western kledij met de vereiste accessoires, die juist waren aangeschaft in de stad beneden. De zoon paste zijn gedrag aan zijn outfit aan. (Of had hij de passende outfit bij zijn gedrag gevonden?) Zijn kinderpistool haalde hij met een snelle beweging uit de holster tevoorschijn telkens wanneer er een grondeekhoorn langs zijn glimmend gelaarsde voeten schoot. Het diertje was de jongen steeds te snel af. Maar één keer won de jongen en begon op het eekhoorntje in te hakken. Zijn zusje corrigeerde hem omdat zij een foto van het beestje wilde maken zolang het intact was. Waar waren de ouders? Die pronkten afzijdig in de verte.

Maar de Western winkel biedt meer dan genoemde artikelen en verkoopt tevens dreamcatchers, Indiaanse sieraden, T-shirts met Indiaanse afbeeldingen, pijpen, Indiaans aardewerk, turkoois en andere stenen etc. Als het maar geld oplevert. En mensen trekt, want behalve genoemde stoere personen zie je er ook toeristen. Blijkbaar heeft het Indianen erfgoed, hoe verkreukeld ook, aantrekkingskracht op velen. Dus gebruiken blanke eigenaars Indiaanse symbolen of namen als logo voor hun zaak. Bij ‘Gifts of the West’ staat een afbeelding van Kokopelli, de Indiaanse vruchtbaarheidsgod, groots op de gevel. En langs de weg zie je niet zelden een uithangbord van een motel dat de naam draagt van  White Feather, of Bigfoot, Red Feather, of White Eagle - allen illustere Indian Chiefs.








Shoshone gebied, het Wind River Indian Reservation in de staat Wyoming. We stoppen bij een trading post. Trading posts zijn de winkels in Indianengebied. Soms zijn het supermarkten met eetgelegenheid, soms herbergen ze etnografica. Deze waarvoor we nu staan behoort tot de door Indianen gedreven Wind River Trading Company. We betreden nieuwsgierig de ruime winkel. We hebben al veel bijgeleerd en herkennen de bekende Navajo look alikes: dekens, tassen en poncho’s bedrukt met Navajo motieven, in plaats van ingeweven zoals in origineel Navajo weefwerk. De spullen blijken uiteraard weer uit China te komen. Er wordt nauwelijks meer geweven door Navajo vrouwen, dus de veelheid die hier hangt zouden de vrouwen niet snel hebben kunnen produceren. Maar één poncho springt eruit. Ik onderzoek de prachtig ingeweven versieringen en sta dan perplex: Ecuador! Ach ja, daar wonen ook Indianen, toch? Langs rijen met schilderachtige taferelen bedrukte T-shirts lopen we. Op een donkerblauwe staat een tekst. ‘Of course you can trust your government. ASK ANY INDIAN’ lees ik.

Door naar de lederafdeling. De Indiaanse verkoopster op sportschoenen prijst moccasins aan die zij zelf zegt nooit te dragen. Deze ‘Indiaanse’ schoenen zijn van Amerikaanse bodem, jawel, zij het niet geheel Indian hand made. Ze worden gefabriceerd door een firma met een inmiddels wereldwijd afzetgebied. Ook in Nederland kun je mocassins van het merk aantreffen, o.a. bij de Bijenkorf. Een promotiefilmpje vond ik op internet; het toont onder andere het productieproces (naaiende donkere handen in beeld) en vlotte aanprijsbabbels (witte managers op het scherm).

We verkennen de afdeling leerwerk verder. Een sierlijk soepel damestasje neem ik in de hand. Manlief ontdekt de merkwaardige verrassing die het herbergt: een verborgen vakje speciaal voor het pistool. Zijdelings kan het wapen er ongemerkt maar wel snel uit tevoorschijn worden gehaald. We verlaten het gebouw met toch wat aankopen (boeken) onder de arm. Buiten in de hitte waar het schelle licht onze ogen striemt, wacht ons nog een internationalisme: voor een wit Luthers kerkje staat een gestileerde open tipi, waarin de kerkklok hangt. Op de grond van dit Shoshone Indian Reservation.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten