zaterdag 9 november 2013

Toverstok

Toverstok

Sinds kort maak ik gebruik van een stok. Niet alleen in de bergen maar ook in ons vlakke land. De stok helpt mij om mijn niet meer zo gezonde heup te ontlasten tijdens wandelingen. En hij doet meer. Hij brengt mij ervaringen in de trant van ‘Sesam open u’, het wachtwoord dat Ali Baba gebruikte om de ingang van de grot met de veertig rovers te openen.* Mijn stok heeft een zelfde uitwerking als Ali’s toverspreuk: hij laat soms letterlijk, soms figuurlijk deuren opengaan die zonder dit hulpmiddel gesloten blijven. 

Zoals de deur van het invalidentoilet. Ik bezocht met man en stok een ons niet heel bekende stad, waar wij in een filmtheater ‘On the Road’ zouden gaan bekijken. Door misverstanden betraden we het theater aan de achterzijde. Een technisch medewerker loodste ons door lange donkere gangen richting filmzaal en meldde, dat hij de film zo zou starten. Of er nog tijd was voor toiletbezoek, vroeg ik. –“Ja, komt u maar.” Hij ging mij voor. “U kunt hier naar het invalidentoilet.” –“Nou, zo erg is ’t nou ook weer niet!” riep ik snel. –“U loopt met een stok; dan hoeft u van mij niet de trap af naar de andere toiletten.” Ik kwam zo snel mogelijk weer naar buiten. “Uw man is naar het beneden toilet,” sprak  de medewerker, die had staan wachten. Nadat ook manlief gereed was, begeleidde de zorgzame filmtechnicus ons de zaal in. Daar zaten nog 3 mensen klaar voor de film. Het was EK tijd en Nederland speelde die middag tegen Denemarken. In alle rust hebben we met z’n vijven de lange film bekeken over de reizen van Jack Kerouac, een held uit mijn studententijd. Na afloop liet de technicus het langzaam licht worden in de zaal en stond snel alweer naast mij, klaar voor eventuele hulp. Ik DURFDE niet eens meer stokloos de trappen af te lopen of zelfs maar enige stap te zetten, al kan ik dat best even. Ik ben tot stokbehoeftige bestempeld en ik moet mij houden aan de stoketiquette. We gingen iets drinken in een café verderop. O ja, vergeten: alles oranje nu, ook deze leuke tent. Toch  waagden we het erop en drukten de deur open. Ik zag een overvolle ruimte gevuld met Oranje fans. Op het grote scherm las ik de stand van dit moment: 0-1. We werden vriendelijk en behulpzaam ontvangen. “Kijk, mevrouw, daar is nog een tafeltje voor u vrij.” Weer die stok dus. We dronken een paar smakelijke la Chouffe biertjes van de tap, kregen er een oranje muts en sjaal bij plus een gratis gehaktbal. Maar de wedstrijd op het scherm was knudde en Nederland bleef de verliezer. Het was wel gezellig. “Mevrouw, vergeet u uw stok niet?”


Als nieuweling stokgebruikster schieten mij nieuwe associaties door het hoofd. Ik moet denken aan herders. Voor hen is een staf of stok ook onmisbaar. Hoe een herdersstaf er in deze tijd uitziet, kun je achterhalen in de webwinkel voor herdersstokken. Daar kan een herder-met-computer –zo die bestaat- een passende staf uitzoeken, bijvoorbeeld een van kastanje hout met een kromming aan de bovenkant en een metalen punt aan de onderkant.

                                                  



 ‘Licht in gewicht maar toch sterk’, zoals de webwinkel aanprijst. ‘Met de ronding aan de bovenzijde van de staf kun je een schaap bij de hals vangen. Ook bijzonder handig voor het vangen van een schaap uit een veenput. Een dergelijke staf wordt veel gebruikt bij wedstrijden schapen drijven.’ Mijn model stok is voor het vangen of redden van schapen ongeschikt, hij mist de kromming, maar mijn gedachten draven verder. Naar Bijbelse verhalen over herders. Hoe zat dat ook alweer met Mozes? Mozes, ook een herder, liet met zijn staf de meest wonderlijke dingen gebeuren. Ik zie een zwart-wit prent voor me, die in de kinderbijbel stond waaruit mijn moeder vroeger voorlas. Deze maakte destijds grote indruk op mij: middenin de woestijn slaat Mozes met zijn staf water uit een rots. Een wonder! Zo staat het geschreven: ‘Hij hief zijn hand op, sloeg tweemaal met zijn staf op de rots, en het water stroomde eruit, zodat iedereen te drinken had, en ook het vee.’ (Bijbelboek Numeri 20:11.) En er is meer. Samen met Google fris ik mijn geheugen op. Onze vondsten zijn opzienbarend: Mozes gebruikte zijn staf ook om het water van de Nijl in bloed te veranderen, het te laten hagelen, de sprinkhanenplaag te laten beginnen en de Rode Zee te splijten. (Bijbelboek Exodus 7:20, 9:23, 10:13, 14:16.)


Zo ver als deze spektakels brengt mijn toverstok het niet, maar kleiner formaat wondertjes bezorgt hij mij wel. Aan het einde van een korte buitenlandse vakantie arriveren man en ik op een Engels vliegveld voor vertrek naar het vaderland. Ik loop met mijn stok, meer omdat hij niet in mijn trolley past dan dat hij op een vliegveld onmisbaar voor mij is. Het is laat in de middag en razend druk in de vertrekhallen. We willen aansluiten in de rij, die zich talloze malen van links naar rechts slingert tussen de opgespannen blauwe linten door, richting paspoortcontrole. Maar een vliegveldmedewerkster houdt ons aan, vraagt: “Are you together?” en wijst ons na bevestigend antwoord naar een parallelle toegangsweg. Ze geeft geen uitleg en wij slaan het aangewezen pad in zonder naar het waarom te vragen. In dit soort situaties kun je maar beter geen vragen stellen en volg je slechts bevelen op. Totdat doordringt dat wij een totaal lege line volgen waar NIEMAND vòòr ons in de rij staat. Er is geen rij. Terwijl we voortgaan op weg naar de controlepost, lees ik op de vloer: WHEELCHAIRS & BUGGIES. We passeren honderden wachtenden aan onze linkerkant en laten hen allen ten slotte achter ons. Manlief kijkt gelukkig; hij wil nooit meer zonder mij op reis. Ik voel mij schuldig maar niet lang, want mijn rol roept weer: na de paspoortcontrole bereiken wij direct de security check. Daar wordt mij vriendelijk gevraagd of ik voor even zonder stok vooruit kan, namelijk door het controlepoortje heen, omdat de stok met tas, jas, riem en laptop op de lopende band moet worden gelegd om gecheckt te worden. Geen punt, zo’n stukje stokloos lopen lukt nog wel.


Werkelijk, mijn stok opent deuren die voor anderen gesloten blijven. Ook later op de gedenkwaardige dag van de verloren EK wedstrijd tegen Denemarken. Na het cafébezoek haastten wij ons naar de trein. Je kunt vliegen met zo’n stok. Het is een kwestie van goed afzetten, dan kun je grote passen maken. Vrolijk aangeschoten doorkruisten we nog een halve marathonloop en in de flow daarvan deelde een jongeman aan de zijlijn passanten een reclamekaartje plus kompas uit voor een of ander project. ‘Loopt u even met òns mee?’ stond op de voorkant van het kaartje. En op de achterkant, heel passend: ‘Ik vaar mijn eigen koers.’ Mooi, wij ook. Wij koersten zo snel mogelijk op het station af. Net vóór vertrektijd stonden we op het perron bij onze trein, maar de conducteur sloot juist de deuren. Te vroeg! Ik zie hem staan in de verte, helemaal aan het andere uiteinde, bij de kop van de lange trein. Ik steek mijn stok omhoog, boos. Het is een toverstaf, jawel, want op mijn zwaai openen zich alle deuren. Laatkomers, achter mij, stappen dankbaar mede in.



*In het sprookje ‘Ali Baba en de veertig rovers’ verwijst ‘Sesam’ naar de sesamplant waaraan bijzondere krachten worden toegekend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten