Droneren
Zijn busje staat aan de rand van het glad geëgde
veld. Diep donker ligt het land ervoor uitgestrekt, klaar om beplant te worden.
Die aanblik doet mij altijd wat, geeft een soort oer gevoel. Hij staat ervoor.
Een stevige man, halflang haar, in doe-kleren. Want hij is druk bezig. Midden
boven het veld hangt zijn drone stil in de lucht. Een wonder bij de flinke
wind. Dat gaat niet van zelf, merken we als we uit nieuwsgierigheid bij de
bestuurder stil staan. Hij kijkt ingespannen op een schermpje, heeft zijn
bespieders niet direct in de gaten. Even later begroet hij ons en legt uit. ‘Alleen
met gps kan ik ‘m op zijn positie houden. Anders was ik ‘m allang kwijt in dit
weer. Kijk hier,’ hij laat ons een display zien dat hij voor zijn bus op een
driepoot heeft staan. ‘Hierop zie ik de gps coördinaten. Het is een zelfbouw
ding, kun je aan blijven knutselen. Dat maakt het echt leuk.’ ‘Uit China?’ wil mijn
man weten. ‘Ja, alle onderdelen komen uit China. Behalve de roteerbladen. Die
zijn Duits.’ Hij lacht er een beetje smalend bij. ‘Moet goed zijn toch?’ ‘Ze
zijn kwetsbaar, ze moeten wel goed zijn. Hoe ver kan ie?’ ‘Hij kan wel 4 km
ver. Of 4 km de lucht in, dat kan ook. Maar zover, dat durf ik niet. Ik wil
niet dat ie tussen de mensen terecht komt, kan gevaarlijk zijn. En wat ze
vertellen over drones die pakjes kunnen gaan afleveren bij de mensen thuis,
geloof het niet. Veel te gevaarlijk.’
Hij praat met een accent. Ik kan het niet
thuisbrengen. Het zal geen Duits zijn, denk ik, na die bedekte toespeling. De
drone landt voor mijn voeten. ‘Hangt er ook een camera aan?’ vraagt natuurlijk
de foto enthousiast naast mij. ‘Jazeker, kijk hier. Hij wijst naar een mini
cameraatje dat nu ons filmt. Dat kunnen we weer bekijken op een andere display.
‘Je zou de bollenvelden kunnen filmen,’ lanceer ik mijn idee. ‘Ik ben er vorige
week geweest. Vanuit de lucht moeten die kleurvlakken helemaal een fantastisch
gezicht zijn. Mondriaan met pasteltinten. Moet je wel op dit moment doen.’ Het
is begin mei, kan nog net. Maar het lijkt er niet op dat hij meteen wil
vertrekken. Er vliegen technische bijzonderheden tussen de mannen heen en weer
die mij niet boeien. Ze interesseren mij geen reet. Maar manlief ziet een
nieuwe hobby hangen. Prijzen, importeurs, adresjes, tweedehandsjes – het wordt
allemaal uitgewisseld, terwijl ik in gedachten aan ’t vliegeren ben in een
keiharde wind. Vroeger, met veel kinderen naast elkaar op een veldje vlak bij
ons huis. Alle blikken omhoog. Al die kleuren, al dat gewapper. Als ie maar
eenmaal stond, die vlieger. Vaak eerst dat vervelende gepruts aan de staart.
Uitproberen hoeveel extra gewicht eraan moest.
Ik ben weer bij de les wanneer ik het woord
Frankrijk hoor vallen. Wat vertelde hij, huis in Frankrijk? Ah, dat accent. ‘Ik
krijg het niet verkocht. Ik woon nu hier, maar daar was ik vaak met mijn
vriendin. Die is er niet meer, twee jaar terug overleden. ALS, dat heb ik dan
weer. Ze heeft hier in het ziekenhuis gelegen. Die arts, die zei zelf dat ie er
niet veel vanaf wist. Je verwacht dat zo iemand zich dan gaat inlezen. Nee
hoor. Mijn vriendin wist er na heel wat googlen meer vanaf dan hij. Maar hij
wilde niet naar haar luisteren. Vinden ze lastig, hè, als je zelf je informatie
hebt. Zijn jullie zelf misschien arts?’ Na onze heftige ontkenning in tweevoud maakt
hij dit verhaal af. ‘Vertrouw ze niet, die artsen hier. Haar arts heeft haar
ook nog vermoord.’ Met die uitspraak laat hij mij vreselijk schrikken. ‘Ze kon
zelf op een gegeven moment niet meer uitademen. Hier, je middenrif regelt dat.
Dat deed het niet meer. Ze kon wel inademen, maar niet uit. Wat deed die arts
toen? Hij liet zuurstof toedienen! Nou, kun je zelf wel bedenken wat er
gebeurt. Er hoopte zich koolstof op die ze niet meer kwijt kon. Ze raakte in
coma. Daar is ze nog wel weer uitgekomen,’ mompelt hij ten slotte voor zich
heen. Hij doet een stap opzij, moet even zijn instrumentarium in de gaten
houden vanwege de straffe wind.
‘Ik had een eigen bedrijf. Alles verkocht, ik
werk niet meer. Maar nu heb ik deze hobby ontdekt. ’t Is speelgoed, hè. En ik
blijf ermee bezig, nieuwe onderdelen, uitbreiding, beetje knutselen. Dat is het
leuke, dat geeft een goede afleiding en veel plezier.’ Hij laat zijn
meesterwerk speciaal voor ons een paar hoge rondjes draaien. Bijna geluidloos
beweegt de drone zich boven ons. ‘Hij kan 10 minuten in de lucht blijven,
daarna is de accu leeg.’ Na de zachte landing willen we verder met onze
wandeling. Hij gaat zijn spullen opbergen. We wensen hem succes en sterkte. Hij
kijkt blij. ‘Dank jullie voor je belangstelling!’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten