Er
ligt vandaag een andere kano in de tuin. Een degelijke polyester uit één stuk.
Met comfortabele kuipstoeltjes die zorgen voor een prima zithouding. Die stoeltjes
gaven de doorslag voor de aankoop. Maar met deze aanwinst moet het besluit volgen
om ons vorige pronkstuk te laten varen, verder zonder ons. Twee kano’s is 1
teveel, ook al past er een in een plunjezak. Snik. En van die ene hebben we 27
jaar genoten. 27 jaar terug en nu, ijkpunten in de tijd. Waar blijven de jaren?
wordt dan gezegd. Ik weet het wel: ze schieten in de rug en in de gewrichten.
Het
is zomer en uit de overvolle garage diepen we opnieuw de schat op die we al zo
lang koesteren. We gaan onze ouwe trouwe kano voor de laatste maal in elkaar
zetten. Uit ervaring hebben we hiervoor een niet al te hete zonnige dag gekozen. Aan de klus die ons te wachten staat hebben we al meer dan eens teveel
zweetdruppeltjes verloren. En eerlijk gezegd ook scheldwoorden. We gaan het
rustig aan doen. Man komt met de grote legergroene plunjezak aansjouwen. Hij vertilt
zich bijna. Alle houten onderdelen vissen we op uit de zak en sorteren ze
netjes op het grasveld. Dat moet, anders is het geen doen, kom je er niet uit.
Houten boogjes in aflopend formaat -tijdens een eerdere strijd met het ding heeft
man ze gemarkeerd als voor en achter/ links en rechts-, idem gemerkte dunne latjes, plankjes, boorden,
stoeltjes. Het is altijd weer een hels karwei om alles uiteindelijk tegelijk
passend in het omhullende blauwgrijze dek te krijgen. Vooral het inpassen van
de laatste stukjes is een krachttoer omdat die onder hoogspanning op hun plaats
moeten komen. Het geploeter komt vooral op manlief neer; hij beschikt van ons
tweeën over de meeste kracht. En dan pronkt ie daar op het grasveld, onze vouwkano.
Hij is nu eens in elkaar gelukt met een minimum aan transpiratie en nul
scheldwoorden. Hoe vaak deden we dit niet? Nagenoeg elke zomer. En dan voeren we
ermee door de Amsterdamse grachten en over het IJ, we namen hem mee naar
Frankrijk, verdwaalden in de Weerribben en ontdekten in smalle slootjes nog
meer Nederlands natuurschoon. Met de kinderen klein pasten we er precies in met
z’n viertjes. Maar de kinderen zijn groot en de ouders wat stijfjes.
We
gaan de boot met echt alle toebehoren op en top verder optuigen, aankleden.
Versieren eigenlijk, want het is alsof we met de kerstboom bezig zijn. Met heel
veel liefde zo mooi mogelijk maken. We zoeken de zeiltjes erbij, want de kano is
tevens zeilboot. Eén keer zeilden we ermee, op een plas in de buurt. Met een
lekker windje scheerden we schuin over het water, in de uitgezette richting. Ik
hoefde slechts de aanwijzingen van manlief op te volgen, want ik ben zelf nauwelijks
enige zeiltechniek meester. Toen we omsloegen en ik –zwanger van onze oudste-
te water raakte, was ik een moment in paniek. Een kort moment, want al snel
merkte ik dat mijn voeten de modderige bodem raakten terwijl het water niet
hoger dan mijn knieën reikte.
Wij
kochten de kano van andere liefhebbers; we weten zijn leeftijd niet. We hebben
ons dit nooit afgevraagd. Ook hebben we nooit moeite gedaan om merk of herkomst
te achterhalen. We vonden de boot gewoon leuk en heel praktisch vanwege de
geringe opbergruimte die hij in beslag neemt. Maar op de indrukwekkende
tentoonstelling De Tweede Wereldoorlog in
100 voorwerpen (Kunsthal 2014) werden we wel nieuwsgierig gemaakt, toen we
daar het houten skelet van een vouwkano zagen opgesteld. Het deed verrassend
veel denken aan dat van onze boot. Er hoort een spannend verhaal bij. Tijdens
de oorlog werd deze boot gebruikt door Engelandvaarders. In september 1941
probeerden twee broers uit Rotterdam ermee te ontsnappen aan de Duitsers. Ze
vertrokken uit Katwijk voor een tocht van ca. 190 km. Na 56 uur peddelen
bereikten ze het veiliger Engeland. In Sizewell (Suffolk) is een monument opgericht
ter nagedachtenis aan deze en andere Engelandvaarders.*
Man
zoekt in en achter alle garagekasten naar de volledige accessoires van de
zeiluitrusting van onze vouwkano en vindt dat ik daarbij niet direct van dienst
kan zijn; ik ken de weg er niet. Ik zijg neer achter de pc en worstel met mijn ns en mijn ovchipkaarten. Ik heb er twee, niet uit eigen behoefte maar
uit noodzaak zijn ze op mijn pad gekomen. Van de een krijg ik mijn saldo niet
zichtbaar. Het is afgeschermd. Ik mag mijn eigen saldo niet zien. Grr pff hmgg.
Uren kun je er mee bezig zijn. Na 1 uur heb ik er genoeg van en staak voorlopig
verdere pogingen. Het lijkt erop, dat ik met een nieuw toverservicewachtwoord toch
een stukje dichter bij mijn verborgen saldo ben gekomen. Ik ga poolshoogte
nemen bij mijn man die inmiddels de hele garage zo’n beetje op z’n kop heeft
staan. Hij heeft wel alle touwen gevonden, het metalen roertje met de houten
handvatten voor de bediening, de mast, de zeilen, maar slechts 1 zwaardje. Ik
pak de mast op en mijn oog valt op een soort vignet, een keurmerk. Het is een
sticker die op de paal zit vastgeplakt. Er staat in blauwe lijnen een tekening
van een kano op met een tekst. Nooit eerder de moeite genomen die te lezen, de
mast lag jarenlang ongebruikt op het zolderinkje. Nu moet en zal ik ontcijferen
wat daar staat.
LFB
lees ik, STERN en in kleinere letters onderlangs VEB Leipzige(r?) Faltbootbau
of zoiets. De sticker is hier en daar beschadigd bij de letters. Ik ga direct googlen
en begin mijn eigen speurtocht. Niet te geloven, ik vind een Faltbau Blog van
een vouwkano enthousiasteling over deze kano. En meer ware liefhebbers kom ik
op het spoor. Er bestaat zelfs een Duitse Wiki pagina over dit onderwerp. Het blijkt
inderdaad de LFB fabriek, de Leipziger Faltbootbau – Stern te zijn die deze
boten bouwde. Vanaf de twintiger jaren was de boot in gebruik, in de dertiger
jaren populair. Zeker is dat na de Wende (1989) de productie is gestopt. Duidelijk,
zou je denken. Maar het ligt gecompliceerder. Want een vergelijkbare kano met iets
andere bouwwijze, is de Kolibri, die vanaf een later tijdstip (1955) door MTW**
in productie is gebracht. MTW vervaardigde
in Wismar vouwboten tot 1990. Echter –en dit is voor de diehards-, een tijdlang werd de Kolibri ook door LFB gebouwd. Beide
DDR vouwboten werden gemaakt in het kader van de consumptiegoederen productie en
zijn ook veelvuldig naar het westen van Europa geëxporteerd alwaar er nog heel
wat moeten rondvaren.
Tja,
zelfs met deze kennis blijven er vragen open. Want welk type is onze vouwkano,
een LFB, een MTW, of een combi? Hoe oud zou ie zijn? Ik kom er niet uit. En was
die LFB fout in de oorlog? Helemaal niet of niet helemaal natuurlijk, gezien de
onmisbare hulp aan de Engelandvaarders.
Ik
krijg de melding dat achter een garagekast het tweede zwaardje is ontdekt. Daarmee
is de zeilvouwkano compleet. Fier en strak staat ie op het gras. Het is een historisch
monument.
Toch maar niet wegdoen dan? Nou vooruit, nog één keer een stukje
zeilen en daarna flink zijn. Ouder worden heeft zo zijn prijs.
*
Zie de site van Zeekajak.NL
**Mathias-Thesen-Werft,
een scheepsbouwonderneming in Wismar die in 1945 door de Russen werd opgezet.
Hoi, je kan nu opmerkingen achterlaten! Leuk stuk ook verder.
BeantwoordenVerwijderenHoi
BeantwoordenVerwijderenHeb al jaren een faltbooten zag van morgen dat het een Stern uit Leibzig is.
Meende dat het een Pouch was,heb je einigidee waar aan je kan zien hoe oud de kano is??
Henkvdwolde@hotmail.com
VerwijderenIk heb twee maal een Kolibri, de eerste incompleet en met zeiltuig van Pouch. Onlangs werd mij nog een aangeboden die vrijwel compleet is maar wel wat afgebroken dingetjes. Leuk speelgoed.
BeantwoordenVerwijderen