Toverstok
Sinds kort maak ik gebruik van een stok. Niet alleen in de bergen
maar ook in ons vlakke land. De stok helpt mij om mijn niet meer zo gezonde heup
te ontlasten tijdens wandelingen. En hij doet meer. Hij brengt mij ervaringen in
de trant van ‘Sesam open u’, het wachtwoord dat Ali Baba gebruikte om de ingang
van de grot met de veertig rovers te openen.* Mijn stok heeft een zelfde uitwerking
als Ali’s toverspreuk: hij laat soms letterlijk, soms figuurlijk deuren
opengaan die zonder dit hulpmiddel gesloten blijven.
Zoals de deur van het invalidentoilet.
Ik bezocht met man en stok een ons niet heel bekende stad, waar wij in een
filmtheater ‘On the Road’ zouden gaan
bekijken. Door misverstanden betraden we het theater aan de achterzijde. Een
technisch medewerker loodste ons door lange donkere gangen richting filmzaal en
meldde, dat hij de film zo zou starten. Of er nog tijd was voor toiletbezoek,
vroeg ik. –“Ja, komt u maar.” Hij ging mij voor. “U kunt hier naar het
invalidentoilet.” –“Nou, zo erg is ’t nou ook weer niet!” riep ik snel. –“U
loopt met een stok; dan hoeft u van mij niet de trap af naar de andere
toiletten.” Ik kwam zo snel mogelijk weer naar buiten. “Uw man is naar het
beneden toilet,” sprak de medewerker,
die had staan wachten. Nadat ook manlief gereed was, begeleidde de zorgzame filmtechnicus
ons de zaal in. Daar zaten nog 3 mensen klaar voor de film. Het was EK tijd en
Nederland speelde die middag tegen Denemarken. In alle rust hebben we met z’n
vijven de lange film bekeken over de reizen van Jack Kerouac, een held uit mijn
studententijd. Na afloop liet de technicus het langzaam licht worden in de zaal
en stond snel alweer naast mij, klaar voor eventuele hulp. Ik DURFDE niet eens
meer stokloos de trappen af te lopen of zelfs maar enige stap te zetten, al kan
ik dat best even. Ik ben tot stokbehoeftige bestempeld en ik moet mij houden
aan de stoketiquette. We gingen iets drinken in een café verderop. O ja,
vergeten: alles oranje nu, ook deze leuke tent. Toch waagden we het erop en drukten de deur open. Ik
zag een overvolle ruimte gevuld met Oranje fans. Op het grote scherm las ik de
stand van dit moment: 0-1. We werden vriendelijk en behulpzaam ontvangen.
“Kijk, mevrouw, daar is nog een tafeltje voor u vrij.” Weer die stok dus. We
dronken een paar smakelijke la Chouffe biertjes van de tap, kregen er een
oranje muts en sjaal bij plus een gratis gehaktbal. Maar de wedstrijd op het
scherm was knudde en Nederland bleef de verliezer. Het was wel gezellig. “Mevrouw,
vergeet u uw stok niet?”
Als nieuweling stokgebruikster schieten mij nieuwe associaties
door het hoofd. Ik moet denken aan herders. Voor hen is een staf of stok ook onmisbaar.
Hoe een herdersstaf er in deze tijd uitziet, kun je achterhalen in de webwinkel
voor herdersstokken. Daar kan een herder-met-computer –zo die bestaat- een
passende staf uitzoeken, bijvoorbeeld een van kastanje hout met een
kromming aan de bovenkant en een metalen punt aan de onderkant.
‘Licht in gewicht maar toch
sterk’, zoals de webwinkel aanprijst. ‘Met de ronding aan de bovenzijde van de
staf kun je een schaap bij de hals vangen. Ook bijzonder handig voor het vangen
van een schaap uit een veenput. Een dergelijke staf wordt veel gebruikt bij
wedstrijden schapen drijven.’ Mijn model stok is voor het vangen of redden van
schapen ongeschikt, hij mist de kromming, maar mijn gedachten draven verder.
Naar Bijbelse verhalen over herders. Hoe zat dat ook alweer met Mozes? Mozes,
ook een herder, liet met zijn staf de meest wonderlijke dingen gebeuren. Ik zie
een zwart-wit prent voor me, die in de kinderbijbel stond waaruit mijn moeder
vroeger voorlas. Deze maakte destijds grote indruk op mij: middenin de woestijn
slaat Mozes met zijn staf water uit een rots. Een wonder! Zo staat het
geschreven: ‘Hij hief zijn hand op, sloeg tweemaal met zijn staf op de rots, en
het water stroomde eruit, zodat iedereen te drinken had, en ook het vee.’ (Bijbelboek
Numeri 20:11.) En er is meer. Samen met Google fris ik mijn geheugen op. Onze vondsten
zijn opzienbarend: Mozes gebruikte zijn staf ook om het water van de Nijl in
bloed te veranderen, het te laten hagelen, de sprinkhanenplaag te laten
beginnen en de Rode Zee te splijten. (Bijbelboek Exodus 7:20, 9:23, 10:13,
14:16.)
Zo ver als deze spektakels brengt mijn toverstok het niet, maar kleiner
formaat wondertjes bezorgt hij mij wel. Aan het einde van een korte buitenlandse
vakantie arriveren man en ik op een Engels vliegveld voor vertrek naar het
vaderland. Ik loop met mijn stok, meer omdat hij niet in mijn trolley past dan
dat hij op een vliegveld onmisbaar voor mij is. Het is laat in de middag en razend
druk in de vertrekhallen. We willen aansluiten in de rij, die zich talloze
malen van links naar rechts slingert tussen de opgespannen blauwe linten door,
richting paspoortcontrole. Maar een vliegveldmedewerkster houdt ons aan,
vraagt: “Are you together?” en wijst ons na bevestigend antwoord naar een parallelle
toegangsweg. Ze geeft geen uitleg en wij slaan het aangewezen pad in zonder
naar het waarom te vragen. In dit soort situaties kun je maar beter geen vragen
stellen en volg je slechts bevelen op. Totdat doordringt dat wij een totaal
lege line volgen waar NIEMAND vòòr
ons in de rij staat. Er is geen rij. Terwijl we voortgaan op weg naar de
controlepost, lees ik op de vloer: WHEELCHAIRS & BUGGIES. We passeren
honderden wachtenden aan onze linkerkant en laten hen allen ten slotte achter
ons. Manlief kijkt gelukkig; hij wil nooit meer zonder mij op reis. Ik voel mij
schuldig maar niet lang, want mijn rol roept weer: na de paspoortcontrole
bereiken wij direct de security check.
Daar wordt mij vriendelijk gevraagd of ik voor even zonder stok vooruit kan,
namelijk door het controlepoortje heen, omdat de stok met tas, jas, riem en
laptop op de lopende band moet worden gelegd om gecheckt te worden. Geen punt,
zo’n stukje stokloos lopen lukt nog wel.
Werkelijk,
mijn stok opent deuren die voor anderen gesloten blijven. Ook later op de
gedenkwaardige dag van de verloren EK wedstrijd tegen Denemarken. Na het cafébezoek
haastten wij ons naar de trein. Je kunt vliegen met zo’n stok. Het is een
kwestie van goed afzetten, dan kun je grote passen maken. Vrolijk aangeschoten
doorkruisten we nog een halve marathonloop en in de flow daarvan deelde een jongeman aan de zijlijn passanten een
reclamekaartje plus kompas uit voor een of ander project. ‘Loopt u even met òns
mee?’ stond op de voorkant van het kaartje. En op de achterkant, heel passend:
‘Ik vaar mijn eigen koers.’ Mooi, wij ook. Wij koersten zo snel mogelijk op het
station af. Net vóór vertrektijd stonden we op het perron bij onze trein, maar
de conducteur sloot juist de deuren. Te vroeg! Ik zie hem staan in de verte,
helemaal aan het andere uiteinde, bij de kop van de lange trein. Ik steek mijn
stok omhoog, boos. Het is een toverstaf, jawel, want op mijn zwaai openen zich
alle deuren. Laatkomers, achter mij, stappen dankbaar mede in.
*In het sprookje ‘Ali Baba en de veertig rovers’ verwijst ‘Sesam’ naar de sesamplant waaraan bijzondere
krachten worden toegekend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten