zondag 26 juli 2015

Droneren



Droneren
Zijn busje staat aan de rand van het glad geëgde veld. Diep donker ligt het land ervoor uitgestrekt, klaar om beplant te worden. Die aanblik doet mij altijd wat, geeft een soort oer gevoel. Hij staat ervoor. Een stevige man, halflang haar, in doe-kleren. Want hij is druk bezig. Midden boven het veld hangt zijn drone stil in de lucht. Een wonder bij de flinke wind. Dat gaat niet van zelf, merken we als we uit nieuwsgierigheid bij de bestuurder stil staan. Hij kijkt ingespannen op een schermpje, heeft zijn bespieders niet direct in de gaten. Even later begroet hij ons en legt uit. ‘Alleen met gps kan ik ‘m op zijn positie houden. Anders was ik ‘m allang kwijt in dit weer. Kijk hier,’ hij laat ons een display zien dat hij voor zijn bus op een driepoot heeft staan. ‘Hierop zie ik de gps coördinaten. Het is een zelfbouw ding, kun je aan blijven knutselen. Dat maakt het echt leuk.’ ‘Uit China?’ wil mijn man weten. ‘Ja, alle onderdelen komen uit China. Behalve de roteerbladen. Die zijn Duits.’ Hij lacht er een beetje smalend bij. ‘Moet goed zijn toch?’ ‘Ze zijn kwetsbaar, ze moeten wel goed zijn. Hoe ver kan ie?’ ‘Hij kan wel 4 km ver. Of 4 km de lucht in, dat kan ook. Maar zover, dat durf ik niet. Ik wil niet dat ie tussen de mensen terecht komt, kan gevaarlijk zijn. En wat ze vertellen over drones die pakjes kunnen gaan afleveren bij de mensen thuis, geloof het niet. Veel te gevaarlijk.’
Hij praat met een accent. Ik kan het niet thuisbrengen. Het zal geen Duits zijn, denk ik, na die bedekte toespeling. De drone landt voor mijn voeten. ‘Hangt er ook een camera aan?’ vraagt natuurlijk de foto enthousiast naast mij. ‘Jazeker, kijk hier. Hij wijst naar een mini cameraatje dat nu ons filmt. Dat kunnen we weer bekijken op een andere display. ‘Je zou de bollenvelden kunnen filmen,’ lanceer ik mijn idee. ‘Ik ben er vorige week geweest. Vanuit de lucht moeten die kleurvlakken helemaal een fantastisch gezicht zijn. Mondriaan met pasteltinten. Moet je wel op dit moment doen.’ Het is begin mei, kan nog net. Maar het lijkt er niet op dat hij meteen wil vertrekken. Er vliegen technische bijzonderheden tussen de mannen heen en weer die mij niet boeien. Ze interesseren mij geen reet. Maar manlief ziet een nieuwe hobby hangen. Prijzen, importeurs, adresjes, tweedehandsjes – het wordt allemaal uitgewisseld, terwijl ik in gedachten aan ’t vliegeren ben in een keiharde wind. Vroeger, met veel kinderen naast elkaar op een veldje vlak bij ons huis. Alle blikken omhoog. Al die kleuren, al dat gewapper. Als ie maar eenmaal stond, die vlieger. Vaak eerst dat vervelende gepruts aan de staart. Uitproberen hoeveel extra gewicht eraan moest.
Ik ben weer bij de les wanneer ik het woord Frankrijk hoor vallen. Wat vertelde hij, huis in Frankrijk? Ah, dat accent. ‘Ik krijg het niet verkocht. Ik woon nu hier, maar daar was ik vaak met mijn vriendin. Die is er niet meer, twee jaar terug overleden. ALS, dat heb ik dan weer. Ze heeft hier in het ziekenhuis gelegen. Die arts, die zei zelf dat ie er niet veel vanaf wist. Je verwacht dat zo iemand zich dan gaat inlezen. Nee hoor. Mijn vriendin wist er na heel wat googlen meer vanaf dan hij. Maar hij wilde niet naar haar luisteren. Vinden ze lastig, hè, als je zelf je informatie hebt. Zijn jullie zelf misschien arts?’ Na onze heftige ontkenning in tweevoud maakt hij dit verhaal af. ‘Vertrouw ze niet, die artsen hier. Haar arts heeft haar ook nog vermoord.’ Met die uitspraak laat hij mij vreselijk schrikken. ‘Ze kon zelf op een gegeven moment niet meer uitademen. Hier, je middenrif regelt dat. Dat deed het niet meer. Ze kon wel inademen, maar niet uit. Wat deed die arts toen? Hij liet zuurstof toedienen! Nou, kun je zelf wel bedenken wat er gebeurt. Er hoopte zich koolstof op die ze niet meer kwijt kon. Ze raakte in coma. Daar is ze nog wel weer uitgekomen,’ mompelt hij ten slotte voor zich heen. Hij doet een stap opzij, moet even zijn instrumentarium in de gaten houden vanwege de straffe wind.
‘Ik had een eigen bedrijf. Alles verkocht, ik werk niet meer. Maar nu heb ik deze hobby ontdekt. ’t Is speelgoed, hè. En ik blijf ermee bezig, nieuwe onderdelen, uitbreiding, beetje knutselen. Dat is het leuke, dat geeft een goede afleiding en veel plezier.’ Hij laat zijn meesterwerk speciaal voor ons een paar hoge rondjes draaien. Bijna geluidloos beweegt de drone zich boven ons. ‘Hij kan 10 minuten in de lucht blijven, daarna is de accu leeg.’ Na de zachte landing willen we verder met onze wandeling. Hij gaat zijn spullen opbergen. We wensen hem succes en sterkte. Hij kijkt blij. ‘Dank jullie voor je belangstelling!’

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten