Internationalismen - U.S.A. 2013
Een zomerochtend. Manlief showt zijn nieuwe
korte broek, of moet ik zeggen shorts. Die heeft hij alvast ingeslagen voor
onze vakantie in de States. ‘Ik weet niet wat ik met deze dingen moet’, zegt
hij wijzend op de vele labels, die
rond zijn broek hangen. ‘Die moet je laten zitten, ze staan mooi, die horen
erbij’ adviseer ik. Maar nee, hij heeft ze er al afgeknipt. We bekijken de
reinigingsvoorschriften: No lavar/ do not
wash. Hè??? No usar leija/ do not
bleach, als ik het goed ontcijfer. Ja, begrijpelijk. En niet in de droger,
niet strijken. O.k. Laten stomen dan zeker. Maar nee hoor: No limpeza en seco/ do not dry clean! Huh? Ander kaartje: Hecho en China, gemaakt in China. Wassen ze daar niet of zo? De
broek is wel zwart van kleur, maar toch. Met nog half open mond en grote ogen
van verbazing tovert man een volgend kaartje tevoorschijn. Made in Zanzibar. Even grote ogen nu ook bij mij. ‘Dat heeft ook
aan de broek gehangen’, licht hij toe. Het kaartje zegt: 100% linnen. Linnen
kun je toch gewoon wassen? Het daagt langzaam - ja, het was een latertje
gisteravond: De eerste kaartjes zijn verbonden geweest met de ceintuur, het
laatste met de broek. Man heeft een China-Zanzibar combinatie om zijn lijf
hangen. En daarvan is de broek te wassen. Wauw!
Iedereen is bekend met de uiteenlopende
gevolgen voor het dagelijks leven in onze global
world. Behalve kleding en schoeisel uit alle werelddelen, kopen we in
Nederland sperzieboontjes uit Egypte, rozen uit Kenia, de sereh voor de Indonesische keuken groeit in het Westland, de beste
aardappels worden uit de Zeeuwse klei getrokken maar zijn wel voor de export
bedoeld – je kunt ze kopen in Frankrijk. Ga zo maar door. Desondanks blijf ik
zelf, misschien tegen beter weten in, altijd op zoek naar eigenheden van een
cultuur, soms verstopt, vaak ook in een hernieuwde spannende synthese, soms
verworden tot bizarre rariteit. We gaan op reis en vliegen via
overstapvliegveld Houston. Vijf uren moeten we zoek brengen in de overdekte uitgestrektheid
van hallen en gangen met eetcorners, hangstoelen en winkels, wachtend op de
aansluiting naar West U.S.A. Na een onsmakelijke pizzapunt met een ice coffee die dicht in de buurt komt
van slootwater trekt ons te midden van alle airport lokkertjes een spannend
uitziend winkeltje met de naam ‘The
Spirit of the Red Horse’. ‘Indianen’, denk ik, ‘erop af!’
De krappe ruimte is compleet volgestouwd. Wat
tref ik aan? Een sjamanen trom die mij authentiek voorkomt –maar wat is
authentiek? Dream catchers en
hoofdtooien met veel veren, ‘authentiek want gemaakt door Indianenhanden’ zoals
het kaartje vermeldt. Nog veel meer ‘American
native art’ hangt en ligt er om mij heen: ik laat fleece dekens door mijn
handen glijden. Ze zijn met Navajo motieven bedrukt en made in China. Ik voel aan een fijne zijden sjaal met de afbeelding
van the Red Horse, die verwijst naar een Indiaanse legende. Hij is prachtig. Made in China. Er hangt een groot
geprinte tekst ‘Let your spirit guide
you’. Goed, I go with my flow en
ik vind rubber laarzen met kleurige
motiefjes erop, een spitse punt vooraan en flinke hak eronder: de vrolijke
varianten van de cowboy laars. Made in
China. Ja, deze hybriden zou ik wel aan mijn voeten willen hebben. Op een
tafel middenin de winkel staat een geweldig indrukwekkende Amerikaanse
zeearend, hèt nationale symbool, met de vleugels bijna geheel gespreid.
Opgezet. Dus nu eens vanzelfsprekend authentiek. Neem ik aan. Tot ik het
kaartje lees dat tegen de vogel leunt: met de hand nagemaakt van een echte
Amerikaanse zeearend, met meer dan 2000
hand-cut, hand-dyed feathers imported from all over the world, each bird is numbered, signed and produced
in a limited edition.
Verbijsterd vervolg ik mijn tocht door deze
vreemde wereld. Langs de wand zijn grof uit hout gesneden popjes geëtaleerd. Ze
gaan door voor Navajo kunstwerken en staan als vlakke, nietszeggende beeldjes
op de plank. Volgens het informatie etiketje zijn dit kachina’s. Ik weet dat deze simpele figuurtjes geen hechtpunt
hebben in de Navajo cultuur, want ze worden er niet gebruikt; ze zijn zuiver
voor de toeristenindustrie vervaardigd en mogen naar mijn mening de naam kachina niet dragen. De werkelijke kachina’s, verfijnde en zeer
gedetailleerde houten figuurtjes, vind je hier niet. Daarvoor moet je naar Hopi
Land. De kachina’s worden er gemaakt
door de Hopi Indianen en zijn als beeld stevig verankerd in de religie. Een
mens raakt flink in de war in dit zowel nationaal als internationaal
gedesoriënteerde doolhof dat deze winkel is. Ik wil de tijd weten, misschien
moet ik al naar mijn Gate voor het
vervolg van mijn vliegreis, en spreek de verkoper aan. ‘Kwart over 3 en waar
komt u vandaan?’ is zijn antwoord. Ik moet hem uitleggen waar Nederland ligt,
hij heeft geen idee. Welke taal spreken jullie? Mijn ‘Dutch’ verheldert
helemaal niets. Hij kan ons geen plekje geven in zijn wereld; nou, dat begrijp
ik als je in zo’n warwinkel van cultureel geografisch onbegrip woont. En
bovendien, verduidelijkt hij nog, hijzelf komt uit Guatemala. Wij weten waar
dat ligt. Ik wens deze Guatemafkees succes met de verkoop van zijn native art uit China en all over the world, en met zijn
Navajo-imitatie-Hopi snijwerkjes. Lachend om deze treurnis been ik de winkel
uit en ga mijn vliegtuig halen.
We landen in westelijk Amerika, huren een auto
en zijn klaar voor onze rondreis. ’s Ochtends bij het ontbijt peinst de
eigenaar van ons motel over een passend antwoord op de vraag van een Aziatische
gast: een restaurant te vinden waar real
American food wordt geserveerd. ‘Bestaat dat?’ vraagt hij met een blik op
ons. ‘Wij hebben alles in Amerika: Thai
food, Mexican food, Korean food en ja ook Chinese food, Italian food, Sushi en ga zo maar door. What is real American food
?’ ‘Steaks and grill’, zeg ik,
‘daarnaar zal je gast op zoek zijn.’ Hij lacht: ‘That’s Smoking gun BBQ & Saloon,’ en hij geeft zijn gast het
adres. Gevolgd door een pikant detail over de serveerster: ‘She serves steaks with a smile on her lips and a gun on her hips.’
In een Western winkel tref je de attributen
aan die wij associëren met steaks and
grill. Je vindt er leren (!) cowboy laarzen, kleurig geblokte overhemden,
wapens, holsters, leren jacks, cowboy hoeden in allerlei afmetingen en stoere
mannen met stoere vrouwen. Ook kinderen worden hier van een nieuw image
voorzien. Verwonderd sloegen wij op een dag een gezin gade dat als geheel in
zo’n ander jasje was gestoken. Na een rit door de bergen bekeken wij op een
heuveltop een monument ter nagedachtenis van een dappere Indiaan, toen zij uit
de auto stapten: vader, moeder, zoon en dochter. Zij droegen gloednieuwe
western kledij met de vereiste accessoires, die juist waren aangeschaft in de
stad beneden. De zoon paste zijn gedrag aan zijn outfit aan. (Of had hij de
passende outfit bij zijn gedrag gevonden?) Zijn kinderpistool haalde hij met
een snelle beweging uit de holster tevoorschijn telkens wanneer er een
grondeekhoorn langs zijn glimmend gelaarsde voeten schoot. Het diertje was de
jongen steeds te snel af. Maar één keer won de jongen en begon op het
eekhoorntje in te hakken. Zijn zusje corrigeerde hem omdat zij een foto van het
beestje wilde maken zolang het intact was. Waar waren de ouders? Die pronkten
afzijdig in de verte.
Maar de Western winkel biedt meer dan genoemde
artikelen en verkoopt tevens dreamcatchers,
Indiaanse sieraden, T-shirts met Indiaanse afbeeldingen, pijpen, Indiaans
aardewerk, turkoois en andere stenen etc. Als het maar geld oplevert. En mensen
trekt, want behalve genoemde stoere personen zie je er ook toeristen. Blijkbaar
heeft het Indianen erfgoed, hoe verkreukeld ook, aantrekkingskracht op velen.
Dus gebruiken blanke eigenaars Indiaanse symbolen of namen als logo voor hun
zaak. Bij ‘Gifts of the West’ staat een afbeelding van Kokopelli, de Indiaanse
vruchtbaarheidsgod, groots op de gevel. En langs de weg zie je niet zelden een uithangbord
van een motel dat de naam draagt van White Feather, of Bigfoot, Red Feather, of White
Eagle - allen illustere Indian Chiefs.
Shoshone gebied, het Wind River Indian
Reservation in de staat Wyoming. We stoppen bij een trading post. Trading posts
zijn de winkels in Indianengebied. Soms zijn het supermarkten met
eetgelegenheid, soms herbergen ze etnografica. Deze waarvoor we nu staan
behoort tot de door Indianen gedreven Wind River Trading Company. We betreden
nieuwsgierig de ruime winkel. We hebben al veel bijgeleerd en herkennen de
bekende Navajo look alikes: dekens,
tassen en poncho’s bedrukt met Navajo motieven, in plaats van ingeweven zoals
in origineel Navajo weefwerk. De spullen blijken uiteraard weer uit China te
komen. Er wordt nauwelijks meer geweven door Navajo vrouwen, dus de veelheid
die hier hangt zouden de vrouwen niet snel hebben kunnen produceren. Maar één
poncho springt eruit. Ik onderzoek de prachtig ingeweven versieringen en sta
dan perplex: Ecuador! Ach ja, daar wonen ook Indianen, toch? Langs rijen met
schilderachtige taferelen bedrukte T-shirts lopen we. Op een donkerblauwe
staat een tekst. ‘Of course you can trust your government. ASK ANY INDIAN’ lees ik.
Door naar de lederafdeling. De Indiaanse
verkoopster op sportschoenen prijst moccasins aan die zij zelf zegt nooit te
dragen. Deze ‘Indiaanse’ schoenen zijn van Amerikaanse bodem, jawel, zij het
niet geheel Indian hand made. Ze
worden gefabriceerd door een firma met een inmiddels wereldwijd afzetgebied.
Ook in Nederland kun je mocassins van het merk aantreffen, o.a. bij de
Bijenkorf. Een promotiefilmpje vond ik op internet; het toont onder andere het
productieproces (naaiende donkere handen in beeld) en vlotte aanprijsbabbels
(witte managers op het scherm).
We verkennen de afdeling leerwerk verder. Een
sierlijk soepel damestasje neem ik in de hand. Manlief ontdekt de merkwaardige
verrassing die het herbergt: een verborgen vakje speciaal voor het pistool.
Zijdelings kan het wapen er ongemerkt maar wel snel uit tevoorschijn worden
gehaald. We verlaten het gebouw met toch wat aankopen (boeken) onder de arm.
Buiten in de hitte waar het schelle licht onze ogen striemt, wacht ons nog een
internationalisme: voor een wit Luthers kerkje staat een gestileerde open tipi, waarin de kerkklok hangt. Op de
grond van dit Shoshone Indian Reservation.