donderdag 27 februari 2014

Tijdpad



Tijdpad
Voorjaarsvakantie. Veel Nederlanders binden de skies onder in de witte drukte, man en ik maken de wandelschoenen dicht op een stille Hollandse berg. Het voelt werkelijk als voorjaar, de aangename temperatuur bij het uitlopend groen. Ik keur de gekleurde wandelroutes op het informatiebord en kies voor geel-blauw, man heeft zijn computeruitdraai op zak. Al bij de tweede viersprong blijkt de bewegwijzering geel-blauw volgens de paaltjes het niet eens te zijn met het A-4tje van de computeruitdraai. Man wijst op de stand van de zon met het kaartje in de hand, ik heb daarvan minder kaas gegeten maar weet met gemak de paaltjes aan mijn kant. De weegschaal van de argumenten slaat niet door en we kiezen gewoon een leuk pad. We slingeren door het gebied dat uit meer dan één ‘berg’ blijkt te bestaan. Zoveel hoogteverschillen gaan ons te lijf, dat je toch begint te verlangen naar glij-ijzers onder de schoenen. Tijdlijnpaaltjes brengen afwisseling. Het is het Wereldtijdpad, een geschiedenisroute die we zo nu en dan doorkruisen. Paaltje 1936 komt langs met de tekst: 'Olympische Zomerspelen in Berlijn; de zwarte atleet Jesse Owens wint tot grote woede van Hitler vier gouden medailles.' Later, bij een andere doorsteek, valt mijn blik op paaltje 1924. Het is het geboortejaar van mijn ouders. Ik lees: 'De eerste vlucht naar Nederlands-Indië met luchtpost aan boord; de tocht duurt 23 uur.' Er doemt weer een berg op. We hebben net als langlaufers stokken, die ons helpen bij het klimmen. Klimmen tegen de tijd. Ik moet denken aan het verhaal achter onze stokken. Dat had ook met tijd te maken, met leeftijd. Het begon met dat boek dat ik wel en niet kreeg.

Ik meende een boek over de schilderes Charley Toorop in bezit te hebben. Met het zelfportret van die gebeeldhouwde kop met kubistische neus op de cover en binnenin meer afbeeldingen van die heldere, krachtige schilderijen. Ik wilde het weer eens inzien en zocht ernaar op plekjes in huis, waar ik dacht het voor het laatst gezien te hebben – niets. Ik liet het even gaan, want ik had meer aan mijn hoofd. De datum van mijn verjaardag naderde. Nee, geen wensen had ik. Behalve die ballontocht dan. Elk jaar staat die bovenaan mijn lijstje. Net als vroeger elk jaar dat hondje. Maar ach, beide heb ik uit mijn hoofd gezet. Het is er nooit van gekomen. Nee, ik had alles al. Dat bleek ook op die verjaardag maar weer.
Op de ochtend van mijn geboortedag werd mij een kopje thee met najaarsbloemetjes aan het oor door man geserveerd. Met een cadeau, dat in donkerrood jasje naast de thee lag te wachten. Ik word altijd wat gespannen van geschenken. Zal ik ze mooi vinden, zal ik mijn waardering aan de gever weten over te brengen? Nieuwsgierig trok ik aan de verpakking. En daar lag hij open voor me op zijn bedje van papier: die gebeeldhouwde kop met kubistische neus. ‘Ah, wat hou ik daarvan! Goed gekozen. Maar ik heb het al.’ Tegenover mijn man kan ik wel eerlijk zijn. ‘Laatst nog in huis gezocht maar niet kunnen vinden.’ Dat wist hij niet. Man herinnerde zich niets van een dergelijk bezit, terwijl zijn geheugen meestal beter werkt dan het mijne. Ik werd wel onzeker. Had ik het dan misschien te leen? ‘Ik dacht dat we het ooit in handen hadden gehad, maar niet gekocht omdat het zo duur was’, liet man los. Duur, ook dat nog. Maar ik moest toch lachen. Want hoe tekenend was dit voorval voor deze dag: ik was 62 geworden. Dezelfde leeftijd als mijn gulle gever. Er was geen ontkomen aan deze markering in de tijd. Paaltje 2013 met de tekst: ‘Gaten in het geheugen’ riep om aandacht.
Maar we lieten het er niet bij zitten. We gingen nog eens goed zoeken. Zonder resultaat. Mijn twijfel groeide. Vergiste ik mij, had ik een exemplaar van de bieb in huis gehad? Uiteindelijk installeerde man zich voor een kast in de huiskamer, afdeling kunst. Ik liet hem maar. Daar had ik het boek nooit weggezet. Ik dronk mijn thee, de bloemetjes kietelden in mijn neus. Plotseling een kreet met onder een enigszins geknakte blik van manlief wel zijn triomfantelijk armgebaar met het gezochte boek in de uitgestoken hand. De verbleekte kassabon zat tussen de pagina’s: januari 2009.
                                     
                                         

Ik trok mij terug in het hervonden boek en verdiepte mij in het werk dat mij zo aanspreekt. Ik werd meegezogen in het leven van deze sterke vrouw, haar maatschappelijk engagement, haar verbondenheid met markante tijdgenoten als Roland Holst, Eva Besnyő, Pyke Koch, Bart van der Leck, Arthur Lehning, Joris Ivens.
Stilletjes zette man ondertussen passende stappen voor een alternatief verjaardagscadeau. In de middag ontving ik leeftijdsadequate Nordic Walking stokken. Wel een dubbel paar. Bewegen houdt ook man’s geheugen fris.

We zijn de draad van het wandelnetwerk in de Hollandse bergen volkomen kwijt geraakt, maar genieten van de heerlijke lentedag. ‘Hé waren we hier een uur geleden ook niet?’ De meningen verschillen. We passeren zo nu en dan wat geels op een paaltje, het zoeken naar de blauwe aanvulling hebben we laten varen. De Nordic Walking stokken houden ons flink op tempo, hoewel het verlangen naar een gladwitte ondergrond gestaag toeneemt. Een jaar geleden gleden we hier echt door de sneeuw op geleende ski’s. We nemen opnieuw een bergje, nee fout dit kan echt niet de goede richting zijn want daar loopt de hoofdweg – bergje terug. Dan kunnen we alleen nog de ATB-route op. Buiten adem beklimmen we het steile pad waarop terugkijkend  tweemaal waarschuwingsborden zijn neergezet voor scherpe bochten in de afdaling (!). We doorkruisen wederom het geschiedenistijdpad. Paaltje 1898….. Ik neem de informatie niet meer tot mij. Ik ga niet meer tegen de tijd in. Ik kies een ander pad. De zon staat al aardig laag in het westen. Een groene pijl duikt op. Hij wijst ons vriendelijk de juiste weg. Met de tijd mee naar het startpunt.

Marja Bosma, Vooral geen principes! Charley Toorop. Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam 2008.